Mag een deur in een gemeenschappelijke vluchtroute worden gewrapt?

Inhoudsopgave

Het wrappen van een deur (vluchtdeur/geen brandwerende deur) is toegestaan, mits deze vorm van aankleding voldoet aan de voorwaarden, zoals gesteld in artikel 6.14 Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

In dit artikel is bepaald dat aankleding geen brandgevaar mag opleveren en in welke gevallen mag worden aangenomen dat er geen sprake is van brandgevaar. Brandgevaar is in ieder geval niet aanwezig wanneer:
a. de aankleding een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert,
b. de aankleding onbrandbaar is, bepaald volgens NEN 6064,
c. de aankleding voldoet aan brandklasse A1, als bedoeld in NEN-EN 13501-1,
d. de aankleding voldoet aan de eisen voor constructieonderdelen als bedoeld in paragraaf 3.2.7 of 4.2.7, of
e. de aankleding een navlamduur heeft van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden.

Het antwoord op de vraag wanneer aankleding een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert is sterk afhankelijk van de omstandigheden. Het is hiermee situatieafhankelijk om te bepalen of het handhaven is toegestaan, indien niet wordt voldaan aan sub b, c, d of e.

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?