Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Een gebrek aan regels op gebied van brandveiligheid. Dat heeft er volgens deskundigen voor gezorgd dat een filiaal van Karwei in Apeldoorn volledig kon afbranden. De bouwmarkt brandde eind november tot de grond af. Maar klopt het wel dat er een gebrek aan regels is? 

Gelijkwaardigheid toepassen 

Bij de brand in Apeldoorn werd vastgesteld dat er sprake was van één brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van ca. 7.000 m². Een brandcompartiment met deze omvang is op basis van de prestatie-eisen, voortkomend uit het Bouwbesluit 2012, niet toegestaan. Echter, voor brandcompartimenten die niet voldoen aan het Bouwbesluit dient op basis van artikel 1.3 gelijkwaardigheid te worden aangetoond. Dit kan bijvoorbeeld op basis van een NEN 6060 berekening (voormalige ‘vuurlastberekening’) of een NEN 6079 berekening. Bij NEN 6060 die veelal wordt gehanteerd bij grote brandcompartimenten is het uitgangspunt dat een brandcompartiment mag uitbranden, waarbij deze niet mag overslaan op andere brandcompartimenten en belendingen op naastgelegen percelen. Uitgangspunt hierbij is een zelfstandige brandstop, door een beperking te stellen aan de hoeveelheid brandbaar materiaal in en aan het gebouw. Hierbij wordt geen rekening gehouden met bijvoorbeeld vermogensschade en/of maatschappelijke ontwrichting als gevolg van brand en rook. 

Geen gebrek aan regels

Een gebrek aan regels is er in principe niet. De vraag is echter of de huidige sets van wettelijke voorschriften en opgestelde gelijkwaardigheidsmethodieken resulteren in een gewenst niveau van brandveiligheid. Vooralsnog is het zo dat wanneer er sprake is van een brand die beheersbaar is (beperkt blijft tot het ‘eigen’ perceel) en er geen slachtoffers en gewonden vallen als gevolg van de brand, er wordt voldaan aan de twee primaire doelstellingen vanuit de brandveiligheidsvoorschriften, zoals verwoord in onze wet- en regelgeving.