Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Kennispublicatie: Houten deuren in vluchtroutes met een beschermde status. Is dat toegestaan?

In of grenzend aan (extra) beschermde vluchtroutes worden in de praktijk veelal houten deuren toegepast. Zowel brandwerende deuren als ‘standaard’ houten deuren (bijvoorbeeld de toegangsdeuren van meterkasten, die direct grenzen aan de (extra) beschermde vluchtroutes). De veel gehoorde vraag die momenteel ontstaat is in hoeverre het toegestaan is om houten deuren te plaatsen in (extra) beschermde vluchtroutes. In deze publicatie wordt hier een antwoord op gegeven.
 

Huidige situatie

Vanuit het Bouwbesluit 2012 worden er eisen gesteld aan brand- en rookklassen van constructieonderdelen. Voor een groot aantal gebruiksfuncties geldt dat constructieonderdelen die grenzen aan de binnenlucht van een (extra) beschermde vluchtroute, moeten voldoen aan brandklasse B (conform NEN-EN 13501-1). Houten (brandwerende) deuren kunnen in beginsel niet voldoen aan deze brandklasse.

Het begrip ‘constructieonderdeel’ kent geen verdere uitleg vanuit het Bouwbesluit 2012. De Nota van toelichting vanuit het Bouwbesluit gaat ervan uit dat een bouwwerk kan worden onderverdeeld in:

  • Constructieonderdelen (bouwkundige onderdelen en gebouwgebonden installatieonderdelen);
  • Inventaris (meubilair en inrichtingselement, zoals stands, kramen en podia), en;
  • Aankleding (geen constructieonderdeel of inventaris zijnde).
     

Gesteld kan worden dat bouwkundige onderdelen (waaronder deuren) betiteld kunnen worden als ‘constructieonderdelen’.
 

Artikel 2.67 heeft betrekking op de beperking van de ontwikkeling van brand als op de beperking van de ontwikkeling van rook in een ruimte. Deze eisen zijn erop gericht dat voorkomen moet worden dat een beginnende brand zich te snel uitbreidt langs het binnenoppervlak van constructieonderdelen, respectievelijk dat zich snel een te grote rookdichtheid ontwikkelt. Dit om te kunnen zorgen voor een (volgens het Bouwbesluit) veilige ontvluchting.
 

Vanuit de regelgeving wordt gesteld dat wanneer niet voldaan zou worden aan de gestelde eisen, er onvoldoende tijd zou overblijven om het bouwwerk bij brand veilig te kunnen verlaten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vluchtroutes. Constructieonderdelen die grenzen aan een extra beschermde vluchtroute (of een veiligheidsvluchtroute) moeten in beginsel voldoen aan een ‘zwaardere’ brandklasse. Voor bepaalde situaties geldt dit ook voor beschermde vluchtroutes. Dit is afhankelijk van de aanwezige gebruiksfunctie(s).
 

Brandklasse en brandvoortplantingsklasse

Indien er sprake is van een extra beschermde vluchtroute (of in bepaalde situaties een beschermde vluchtroute), moeten constructieonderdelen die grenzen aan de binnenlucht van deze extra beschermde vluchtroutes voldoen aan brandklasse B. Dit betreft een nieuwbouwvoorschrift. Vanuit het niveau bestaande bouw, zoals omschreven in het Bouwbesluit 2012 gelden soortgelijke eisen. Constructieonderdelen die grenzen aan de binnenlucht van een extra beschermde vluchtroute (of een veiligheidsroute; definitie die wordt aangestuurd vanuit dit veiligheidsniveau) of in bepaalde gevallen aan een beschermde route (ook een definitie die enkel wordt gebruikt vanuit het niveau bestaande bouw) moeten vanuit het niveau bestaande bouw voldoen aan een brandvoortplantingsklasse 2 (conform NEN 6065).

Volgens artikel 2.80 Bouwbesluit is deze brandvoortplantingsklasse 2 (bij besloten situaties) overeenkomstig een brandklasse B, geclassificeerd conform de Europese norm NEN-EN 13501-1. Hout (ook de ‘zwaardere’ houtsoorten zoals meranti en merbau) kunnen in beginsel niet voldoen aan een brandklasse B (zonder aanvullende bewerking). (Brandwerende) deuren die worden toegepast in besloten vluchtroutes waar een brandklasse B (of brandvoortplantingsklasse 2) wordt vereist mogen in beginsel niet worden toepast.
 

Vrijgesteld

Het Bouwbesluit 2012 voorziet in de toepassing van constructieonderdelen die niet voldoen aan de benoemde brand- en rookklasse (of brandvoorplantingsklasse en vastgestelde rookdichtheid). Gesteld wordt dat 5% van constructieonderdelen per afzonderlijke ruimte niet hoeven te voldoen aan de benoemde brandklasse (vanuit het niveau nieuwbouw als vanuit het niveau bestaande bouw). Deze vrijstelling is ervoor bedoeld dat dat plinten, stopcontacten en andere kleine constructieonderdelen, zoals lichtarmaturen en brand- en rookmelders, toegepast kunnen worden in scheidingsconstructies die grenzen aan de binnen – of buitenlucht van ruimten. Deze onderdelen voldoen normaliter niet aan de vereiste brand- en rookklassen. Concentratie van deze vrijgestelde constructieonderdelen op één plaats is hierbij niet de bedoeling.

Daarbij wordt aanvullend gesteld dat voor kunststofkozijnen ook gebruik van deze uitzondering kan worden gemaakt. Toepassing van houten deuren wordt echter niet expliciet benoemd, maar zou ook onder dit artikel mogen vallen. Het geval is echter dat de 5% grenswaarde in een groot aantal situaties wordt overschreden, met name wanneer het gaat om verkeersruimten waarbij de meterkasten en voordeuren van bijvoorbeeld woningen grenzen aan een extra beschermde vluchtroute. Regeltechnisch gezien is dit niet toegestaan.

Conclusie

In verkeersruimten waardoor een (extra) beschermde vluchtroute voert, moeten constructieonderdelen veelal voldoen aan een brandklasse B (of brandvoortplantingsklasse 2). Houten deuren (ook de brandwerende uitvoeringen) voldoen hier normaliter niet aan. Het Bouwbesluit 2012 voorziet in de toepassing van constructieonderdelen die niet voldoen aan de benoemde brand- en rookklasse (of brandvoorplantingsklasse en vastgestelde rookdichtheid). Gesteld wordt dat 5% per ruimte niet hoeft te voldoen aan de gestelde brand- en rookklasse. Met name wanneer meterkasten behoren tot een (extra) beschermde vluchtroute wordt de vrijgestelde 5% overschreden. Dit is in de basis niet toegestaan, echter is het de vraag in hoeverre deze regel voor houten deuren in het leven is geroepen.
 

Vanuit de toelichting kan worden geconcludeerd dat het met name is gericht op ‘kleine constructieonderdelen’. Geconcludeerd kan worden dat het artikel erop gericht is om producten, die zijn vervaardigd uit kunststoffen, toe te kunnen passen. Het artikel is naar alle waarschijnlijkheid niet opgesteld om het toepassen van houten deuren in vluchtroutes met een beschermde status te voorkomen, maar met name producten die zeer brandbaar zijn of een grote rookproductie tot gevolg hebben, zoals kunststoffen.

Tegenwoordig zijn ook verven in omloop die bij bepaalde houten deuren kunnen voorzien in een brandklasse B. Het testrapport van deze verven geeft hierbij aan in welke situaties het toepassen van deze verven is toegestaan, oftewel zal resulteren in de benodigde brandklasse. Wellicht biedt dit in bepaalde situaties de eenvoudigste oplossing.

Met het bevoegd gezag zou overeengekomen kunnen worden dat de toepassing van houten deuren in (extra) beschermde vluchtroutes toegestaan mag worden op basis van gelijkwaardigheid. Dit moet formeel worden overlegd en goedgekeurd. Echter wordt verwacht dat dit in de meeste situaties geen bezwaar vanuit het bevoegd gezag ten gevolge zal hebben.

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?