Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Op 31 januari 2019 is er een Kamerbrief verzonden met daarin een aantal punten aangaande brandveiligheid in woongebouwen en woningen. In deze brief stonden punten die met name gericht waren op vergroten van de brandveiligheid voor ouderen die langer thuis blijven wonen. Een aspect dat in de Kamerbrief wordt benoemd is de noodzaak tot het zelfsluitend uitvoeren van brandwerende toegangsdeuren van woningen. Brafon licht dit punt graag toe en kijkt verder wat er nou eigenlijk meer in de brief staat en welke consequenties dit met zich meebrengt.

Om een eenduidig beeld te geven van de situatie aangaande zelfsluitendheid van brandwerende toegangsdeuren van woningen heeft Brafon deze kennispublicatie opgesteld. Allereerst zal worden beschreven welke voorschriften zijn opgenomen in de huidige wetgeving om vervolgens in te gaan op de mogelijk nieuwe eisen waar deze brief op voorsorteert.
 

Regelgeving zelfsluitendheid van brandwerende toegangsdeuren

De geldende wetgeving voor zelfsluitende woningtoegangsdeuren is eenduidig. Brandwerende toegangsdeuren van reguliere woonfuncties (gelegen in een woongebouw) behoeven in de basis niet zelfsluitend te zijn. Enkel wanneer deze reguliere woonfuncties zijn aangesloten op een nieuw te bouwen portiek moeten de toegangsdeuren zelfsluitend zijn (op basis van artikel 2.3 Regeling Bouwbesluit 2012). Voor brandwerende toegangsdeuren in bestaande woonfuncties, die zijn aangesloten op een portiek, is dit niet verplicht.

Het bevoegd gezag kan in specifieke gevallen op basis van artikel 13 Woningwet aanvullende eisen stellen aangaande bestaande gebouwen. Deze aanvullende eisen zijn in de basis ‘bovenwettelijk’ ten opzichte van het niveau bestaande bouw, maar mogen nooit de eisen vanuit het niveau nieuwbouw overstijgen. Het toepassen van een zelfsluitend mechanisme op brandwerende toegangsdeuren van reguliere woningen zou hieromtrent een voorbeeld kunnen zijn. 

Belangrijk is dat het een voorwaarde moet zijn (naar oordeel van het bevoegd gezag) dat de aanvullende eis noodzakelijk dient te zijn. Dit moet in elke afzonderlijke situatie worden gemotiveerd door het bevoegd gezag en kan niet “zomaar” verplicht worden gesteld. In de basis dient een bouwwerk te voldoen aan de afgegeven omgevingsvergunning activiteit bouwen daar waar het gaat om bouwkundige voorzieningen en aan het niveau bestaande bouw, zoals dit is gesteld vanuit het Bouwbesluit 2012. Gemeenten maken op dit moment nauwelijks gebruik van artikel 13 Woningwet om “bovenwettelijke” voorzieningen te eisen.  

 

Mogelijke gevolgen Kamerbrief

Welke mogelijke doorwerking heeft de bovengenoemde Kamerbrief op komende bestaande- als nieuwbouwregelgeving? Allereerst moet worden benoemd dat er een onderzoek is uitgevoerd om het effect van zelfsluitende deuren op het rookvrij houden van vluchtroutes te bepalen. Dit onderzoek toont aan dat mensen in grote mate de toegangsdeur van een woning open laten staan wanneer zij ten tijde van een calamiteit moeten vluchten. Het open laten staan van een deur die direct grenst aan een (besloten) vluchtroute kan tot gevolg hebben dat een vluchtroute in korte tijd vol rook kan komen te staan. En dat is nu juist wat we met de wet- en regelgeving willen voorkomen. Veilig vluchten is immers een primair onderdeel van de bouwregelgeving.

Aanvullend toont het onderzoek aan dat de zelfsluitendheid van woningtoegangsdeuren de vluchttijd met een factor 5 verlengt. Dit betekent dat oudere mensen langer de tijd hebben zichzelf in veiligheid te brengen en het gebouw te kunnen verlaten. Verderop in deze kennispublicatie is het belang hiervan uitgelegd aan de hand van de achterliggende gedachte van maximale loopafstanden overeenkomstig het Bouwbesluit 2012 (op basis van het niveau nieuwbouw).


De eisen vanuit de regelgeving zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat eenieder 30 seconden lang de adem in kan houden en hierbij één meter per seconde kan afleggen. Hierbij wordt vanuit de regelgeving geen onderscheid gemaakt in leeftijd en fysieke gesteldheid. Dit uitgangspunt komt logischerwijs niet overeen met de realiteit. Er kan immers geen vergelijking worden gemaakt tussen een jongvolwassene en een bejaard persoon aangaande deze punten.

Door het zelfsluitend uitvoeren van woningtoegangsdeuren die grenzen aan inpandige gangen, kan worden voorkomen dat personen niet of in een beperkte mate door de rook hoeven te vluchten. Dit zorgt ervoor dat er gedurende langere tijd gevlucht kan worden. Mensen die mogelijk fysiek beperkt zijn, maar wel zelfstandig wonen, langer de tijd hebben om zich naar een veilige plaats te begeven.
 

Toekomst

Op basis van het benoemde onderzoek is de minister voornemend om de eis tot het zelfsluitend uitvoeren van woningtoegangsdeuren die grenzen aan inpandige gangen toe te voegen aan komende regelgeving. Op dit moment is deze verplichting enkel aanwezig bij nieuw te bouwen portieksituaties.

De aanleiding van de Kamerbrief was met name gebaseerd op het veiliger willen maken van woongebouwen voor ouderen die langere tijd zelfstandig blijven wonen. Ook wordt er beschreven dat middels artikel 13 Woningwet door het bevoegd gezag voor specifieke gevallen deze nieuwbouweis verplicht kan worden gesteld in bestaand vastgoed. Verwacht wordt dat gemeenten terughoudend zullen blijven met het gebruik van artikel 13 gezien de grote (financiële) consequenties die dit voor gebouweigenaren en -gebruikers kan hebben. De toekomst zal het uitwijzen.

Vanuit gebouweigenaren en -gebruikers is het verstandig om na te denken over aanwezige risico’s en in hoeverre het zelfsluitend maken van toegangsdeuren zullen bijdragen aan de beoogde mate van veiligheid binnen gebouwen.

Wilt u weten op welke wijze het bovenstaande bij uw van toepassing is en welke gevolgen dit mogelijk (wel of niet) met zich mee brengt dan kunnen wij u daar in ondersteunen. Neemt u dan gerust contact op met Brafon.