Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Kennispublicatie: brandveiligheid van hoogbouw

De brand in de Grenfell Tower in London (2017) heeft geresulteerd in veel discussie over de brandveiligheid van hoge gebouwen. Met name aangaande het aspect branduitbreiding, rookverspreiding en vluchtveiligheid is een nadere beschouwing benodigd. Centraal staat de vraag welke brandveiligheidsvoorschriften er gelden voor de hoogbouw. Met deze kennispublicatie proberen wij u hierin wat extra inzicht te geven. 

Wetgeving in Nederland

Gebouwen in Nederland moeten voldoen aan de eisen welke voortvloeien uit het geldende publiekrecht. Tot op heden zijn de eisen vanuit het Bouwbesluit 2012 van toepassing. De in het Bouwbesluit opgenomen prestatie-eisen zijn niet van toepassing op gebouwen met een vloer van een gebruiksgebied hoger dan 70 meter boven of lager dan 8 meter onder het meetniveau. Hieromtrent gelden grotendeels functionele eisen.

Voor bouwwerken die buiten deze reikwijdte vallen, dient middels een maatwerkoplossing te worden aangetoond dat aan de benoemde functionele-eisen (doelvoorschriften) van het Bouwbesluit wordt voldaan. Bij een vergunningsaanvraag beoordeelt het bevoegd gezag (veelal de gemeente) of de aangedragen maatwerkoplossing in lijn ligt met het beoogde niveau van brandveiligheid. Onder andere het aspect vluchtveiligheid eist tijdens het gebouwontwerp van hoge gebouwen extra aandacht. Gezien er voor deze gebouwen geen specifieke prestatie-eisen geformuleerd zijn, kan er bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag sprake zijn van subjectiviteit. 

SBR-publicatie

Voor de toepassing van de benoemde maatwerkoplossing wordt momenteel in veel gevallen gebruik gemaakt van de SBR-publicatie ‘Handreiking brandveiligheid in hoge gebouwen’. Deze publicatie heeft op dit moment geen juridische grondslag en derhalve kunnen hier formeel geen rechten aan worden ontleend. Met de implementatie van de nieuwe Omgevingswet (1 januari 2022) wordt deze handreiking vanuit het Besluit Bouwwerken Leefomgeving als prestatie-eis aangestuurd.

Recentelijk is een advies omtrent de brandveiligheid van hoogbouw door de adviescommissie bouwregelgeving (inclusief toelichting) gepubliceerd, welke veel discussie binnen de bouwwereld tot gevolg heeft gehad. Onderstaand wordt onze visie gegeven op het benoemde advies. (Hierbij de link naar het advies) 

De casus

De casus in het advies betreft een woontoren met 41 bouwlagen (hoogste vloer is gelegen op circa 150 meter boven het meetniveau).  Per verdieping zijn 12 appartementen aanwezig, welke middels een tweetal besloten corridors met de centrale hal in verbinding staan (zie onderstaande plattegrondtekening).

De casus

De groene lijnen tonen brandscheidingen met een brandwerendheid van ten minste 60 minuten, de rode lijn geven de brandscheidingen aan met een brandwerendheid van ten minste 30 minuten. De verkeersruimten zijn alle getypeerd als extra beschermde vluchtroutes (verkeersruimten en trappenhuizen).

De centrale hal geeft toegang tot de liften en twee onafhankelijke vluchtroutes (wokkeltrappen). Deze trappenhuizen zijn ten minste 30 minuten van elkaar gescheiden. In dit ontwerp is er een doodlopend eind vanaf de uitgang van de appartementen, de bewoners moeten ten tijde van het vluchten in een groot aantal gevallen langs toegangsdeuren van andere appartementen vluchten.

Vanuit het Bouwbesluit 2012 mag in een extra beschermde vluchtroute niet langs een beweegbaar constructieonderdeel van een andere woonfunctie worden gevlucht, uitgezonderd een tweetal portieksituaties. Het weergegeven ontwerp voldoet niet aan dit voorschrift. Geconcludeerd kan worden dat het ontwerp aangaande de vluchtveiligheid niet voldoet aan het veiligheidsniveau, zoals het Bouwbesluit dit beoogt. 

Voorgestelde oplossing vanuit aanvrager

Belangrijk te benoemen is dat de voorgestelde oplossing ten minste éénzelfde veiligheidsniveau oplevert als het Bouwbesluit 2012 beoogt. De onderstaande voorzieningen maken onder andere onderdeel uit van de, door de aanvrager, aangedragen maatwerkoplossing: 

  • De woningen worden voorzien van een sprinklerinstallatie;
  • Het gebouw wordt voorzien van een gecertificeerde brandmeldinstallatie;
  • De toegangsdeuren van de appartementen worden voorzien van vrijloopdeurdrangers (aangestuurd door de rookmelders in het betreffende appartement);
  • De trappenhuizen worden voorzien van een overdrukinstallatie;
  • De gemeenschappelijke verkeersruimten worden uitgevoerd als Extra Beschermde Vluchtroute).

Door de aanvrager is aangegeven dat het beoogde brandveiligheidsniveau in lijn ligt met een nieuw te bouwen portieksituatie en dat de voorgestelde oplossing recht doet aan het beoogde niveau van veiligheid binnen het woongebouw.

Conclusie adviescommissie

De adviescommissie heeft geconcludeerd dat de aangedragen oplossing niet voldoet aan de door het Bouwbesluit beoogde mate van vluchtveiligheid. Belangrijk standpunt van de adviescommissie is dat het toegestane veiligheidsniveau voor het vluchten in een portieksituatie in zijn algemeenheid niet eenzelfde mate van veiligheid biedt als is beoogd met het algemene veiligheidsniveau voor het vluchten in de nieuwbouw van woningen met een andere ontsluiting. 

Risicogerichte aanpak in plaats van regelgerichte aanpak

Binnen Brafon Brandveiligheidsmanagement wordt een risicogerichte brandveiligheidsbenadering gehanteerd, waarbij het uitgangspunt wordt aangehouden dat het voldoen aan wet- en regelgeving niet per definitie resulteert in een brandveilig gebouw. De aanwezige brandveiligheidsvoorzieningen dienen te zijn afgestemd op het gebouw-specifieke risicoprofiel. Wij beschrijven onze visie op de zojuist uitgelegde casus hieronder. Benoemd moet worden dat dit ‘slechts’ een visie is op de gegeven casus.

Allereerst moet worden benoemd dat vanuit de handreiking wordt gesteld het gebouw te voorzien van een vast opgesteld blussysteem (zoals een sprinklerinstallatie). De sprinklerinstallatie zoals in het ontwerp doorgevoerd zal resulteren in een bij brand beheersbare situatie, gesteld kan worden dat een brand in een appartement zich niet verder zal uitbreiden (richting andere appartementen of de extra beschermde vluchtroute).  Echter, gezien de reactietijd van de sprinklerinstallatie zal (met name) koude rookverspreiding in beginsel niet worden voorkomen. Eisen m.b.t. het voorkomen van koude rookverspreiding zijn momenteel nog geen onderdeel van het publiekrecht (bij implementatie van de Omgevingswet wordt dit van kracht). Om rookverspreiding te beperken zijn alle toegangsdeuren van de appartementen voorzien van vrijloopdeurdranger, die wordt aangestuurd door de automatische melders in het desbetreffende appartement. Dit voorkomt rookontwikkeling in de extra beschermde vluchtroutes voor een gedeelte, maar koude rook zal zich nog door de naden en kieren kunnen duwen. De kans op rook in de extra beschermde vluchtroute is hiermee reëel.

Beperk risico’s bij vluchten

Aanvullend (om te voorzien in het veilig kunnen vluchten) zijn de trappenhuizen voorzien van een overdrukinstallatie. Dit voorkomt het binnendringen van rook, wat het veilig en rookvrij vluchten in deze trappenhuizen mogelijk moet maken.

Van groot belang op te merken is dat bij hoogbouw (hoger dan 70 meter) een brand, met name wanneer er ‘slechts’ één vluchtrichting is, er grote risico’s zijn, vooral wanneer een installatie niet doet waarvoor deze is bedoeld. Voorbeelden zijn:

  • Demonteren/forceren van de vrijloopdeurdranger door bewoners;
  • Afplakken/demonteren van automatische melders of het ongewenst gebruik van sprinklerkoppen door bewoners;
  • Falen van technische voorzieningen;
  • Ontstaan van een brand in de gemeenschappelijke corridor (bijvoorbeeld als gevolg van het opladen van een elektrische fiets/scootmobiel door bewoners);
  • Brandstichting.

Mede gezien de mogelijk grote gevolgen van een brand in een hoog gebouw in combinatie met doodlopende einden, zoals aanwezig in het ontwerp, wordt ons inziens tevens niet voldaan aan het beoogde niveau van veiligheid. Met name gezien de aanwezige risico’s is het van groot belang aanwezige bewoners bij het verlaten van een appartement de mogelijkheid te bieden om te kunnen kiezen uit twee verschillende vluchtrichtingen. Het veiligheidsniveau dat een wettelijk toegestane portieksituatie oplevert is naar onze mening onvoldoende voor een gebouw van deze omvang en met deze hoogte. De conclusie vanuit de adviescommissie wordt hierdoor de juiste geacht.

Meer verdieping over deze casus?

Brafon Brandveiligheidsmanagement kan u helpen met een advies over bouwkundige brandveiligheid. Onze consultants zijn gespecialiseerd en kunnen u middels een brandveiligheidsonderzoek een gericht advies geven. Wilt u zelf meer leren over bouwkundige brandveiligheid? Volg dan de 3-daagse opleiding van onze zusterorganisatie Obex Opleidingen.

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?