Vanuit het Bouwbesluit 2012 wordt voor bepaalde brandbeveiligingsinstallaties de aanwezigheid van een inspectiecertificaat volgens het CCV-inspectieschema brandbeveiligingssyteem versie 12.0 geëist. Deze eisen worden gesteld op basis van bepaalde criteria en gelden voor brandmeldinstallaties, ontruimingsalarminstallaties, vastopgestelde brandbeheersings- en brandblussystemen (VBB) en rookbeheersingsinstallaties. Maar wat wordt er geëist? In deze kennispublicatie beperken we ons tot de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie.
Eisen volgens het Bouwbesluit 2012
Vanuit het Bouwbesluit 2012 wordt voor bepaalde brandbeveiligingsinstallaties de aanwezigheid van een inspectiecertificaat volgens het CCV-inspectieschema brandbeveiligingssyteem versie 12.0 geëist.
Afhankelijk van het gebruik van het gebouw (gebruiksfunctie, omvang, hoogste vloer van de gebruiksfunctie boven meetniveau) en een eventueel beroep op gelijkwaardigheid kan vanuit het vigerende publiekrecht worden geëist dat één of meer van de volgende installaties geïnspecteerd moet worden, :
-
Brandmeldinstallaties;
-
Ontruimingsalarminstallaties;
-
Vastopgestelde brandbeheersings- en brandblussystemen (VBB);
-
Rookbeheersingsinstallaties.
In de artikelen 6.20 lid 6 (brandmeldinstallatie), 6.23 lid 4 (ontruimingsalarminstallatie)en 6.32 lid 1 (automatische brandblusinstallatie) en lid 2 (rookbeheersingsinstallatie) van het Bouwbesluit 2012 wordt een verwijzing gemaakt naar het CCV-inspectieschema brandbeveiligingssysteem. In deze kennispublicatie beperken we ons zoals geschreven tot de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie.
Doelstellingen
Het CCV-inspectieschema is gericht op het vaststellen, conform NEN-EN-ISO/IEC 17020, door een inspectie-instelling type A, of een brandbeveiligingssysteem in een bouwwerk overeenstemt met algemene eisen. Deze algemene eisen worden aangeduid als ‘afgeleide doelstellingen’ en moeten passen bij het gebruik van het betreffende bouwwerk en de daaraan verbonden brandrisico’s. De brandbeveiligingsinstallatie(s) en de daarmee samenhangende bouwkundige, installatietechnische en organisatorische randvoorwaarden, die gezamenlijk het brandbeveiligingssysteem vormen dienen hierbij te worden beoordeeld.
Harmonisatieafspraken
Bij inspectie van een brandbeveiligingssysteem kunnen zich situaties voordoen waarin de normen of voorschriften niet voorzien. Dit doordat bijvoorbeeld het normatieve kader niet toereikend is om voor een bepaald inspectiepunt genuanceerd en een eenduidig goed- of afkeur vast te stellen. Aanvullend hierop kan er tevens behoefte zijn om het inspectieschema of het normatief kader aan te passen op basis van nieuwe inzichten en/of nieuwe technieken. Het is dan benodigd om een algemeen geldige afspraak te maken voor de manier waarop de betreffende situatie zal worden beoordeeld. Ten behoeven van de uniformiteit kan dit in de vorm van een harmonisatie-afspraak (alle inspecteurs beoordelen de betreffende situatie op dezelfde manier) of een interpretatie van de norm/het voorschrift.
In het document “Harmonisatie-afspraken voor inspectie VBB-BMI-OAI-RBI op afgeleide doelstellingen versie 2.0” worden de harmonisatie-afspraken en interpretaties van de norm/het voorschrift beschreven die de inspectie-instellingen op afgeleide doelstellingen in de praktijk gebruiken. Inspectie, brandbeveiliging en kennis zijn namelijk niet statisch. Er kunnen nieuwe inzichten ontstaan, die ook weer nieuwe harmonisatie-afspraken nodig maken. Daarom wordt dit dynamisch document periodiek aangevuld en zo nodig verbeterd.
Hiervoor is een deskundigenpanel onder auspiciën van de Commissie van Belanghebbenden Brandbeveiliging van het CCV verantwoordelijk, waardoor de inbreng van belanghebbenden is gewaarborgd. Belangrijk is om aan te geven dat de opgenomen harmonisatieafspraken in het betreffende document niet toepasbaar zijn voor het ontwerpen of leveren van brandbeveiligingsinstallaties.
Het is wel van belang dat de betreffende situatie zich niet beperkt tot een enkel incident. Wanneer geconstateerd wordt dat dit niet het geval is, vindt tussen de betrokken inspectie-instellingen harmonisatie plaats. Dit leidt tot een geharmoniseerd standpunt, dat wordt toegevoegd aan het normatief kader.
Wil een geharmoniseerd standpunt opgenomen worden in het betreffende harmonisatiedocument dan dienen wel aan een aantal voorwaarden voldaan te worden. Hierbij zijn de volgende voorwaarden van belang:
-
Een geharmoniseerd standpunt moet – net als het beschikbare normatief kader – bijdragen aan, en leiden tot de afgeleide doelstelling;
-
De invulling op het juiste niveau van, en de balans tussen de B-, O- en I-maatregelen leiden tezamen tot de afgeleide doelstelling. Een geharmoniseerd punt kan eruit bestaan dat ongunstige omstandigheden worden opgeheven door bepaalde gunstige omstandigheden. Het is niet toegestaan om de ongunstige omstandigheden van meerdere geharmoniseerde standpunten op te heffen door één gunstige omstandigheid;
-
Geharmoniseerde standpunten moeten zijn onderbouwd. Hierdoor is herleidbaar dat het standpunt zal leiden tot de afgeleide doelstelling en binnen welke grenzen het standpunt kan worden toegepast.
Elke harmonisatie-afspraak gaat volgens een vastgestelde (uniforme) opzet en dient als volgt te worden weergegeven:
-
waarneming: datgene wat de inspecteur tijdens de inspectie waarneemt;
-
toelaatbare grenzen (normatief kader): het criterium of de criteria waarop de inspecteur tot goed/afkeur komt – het normatief kader;
-
onderbouwing: de onderbouwing waarom de genoemde criteria zullen leiden tot de afgeleide doelstelling.
Interpretatiebesluit bij CCV-inspectieschema
Het kan voorkomen dat een harmonisatie-afspraak dusdanig is dat hiervoor een voorbereiding wordt getroffen van een interpretatie van de norm NEN 2535 en NEN 2575. Zodra het CCV de interpretatie heeft gepubliceerd komt de betreffende harmonisatie-afspraak te vervallen en wordt dan als interpretatiebesluit opgenomen.
Het gaat dan met name om situatie’s die op verschillende manieren in de normbepaling, voorschrift of regel geïnterpreteerd kunnen worden waarvoor er een éénduidige uitleg moet komen. Wanneer het interpretatiebesluit later opgenomen wordt in de norm, voorschrift of de regel, kan de betreffende interpretatie komen te vervallen. Hooguit blijft het interpretatiebesluit bestaan voor de oudere normen die dan nog van toepassing zijn. Een interpretatiebesluit die opgenomen is in de NEN 2535:2017 betreft bijvoorbeeld artikel 10.11.5.8 uit de NEN 2535:2017 “Plaatsing van rookmelders in ruimten met bijzondere plafondconstructies”.
Documenten die betrekking hebben op het harmonisatiedocument en de interpretatiebesluiten zijn terug te vinden op de website van het CCV .
Interpretatiebesluit bij CCV-certificatieschema
De interpretatiebesluiten bij het CCV-certificatieschema zijn alleen bedoeld voor de bedrijven die erkend zijn als branddetectiebedrijf en daarbij gecontroleerd zijn door een certificeerde instelling zoals bijvoorbeeld CIBV, Kiwa of Dekra. Het is belangrijk dat de schema’s up-to-date blijven. Door veranderde techniek of risico’s kunnen schema’s verouderen waardoor ze onvoldoende aansluiten bij de praktijk, waardoor de veiligheid van eindklanten in het geding zouden kunnen komen. Voor de behandeling van technisch-inhoudelijke vraagstukken kan de commissie van belanghebbende één of meer deskundigenpanel(s) aanstellen die zich over dit vraagstuk buigen. Wanneer er een onduidelijkheid is omtrent voorwaarden uit het certificatieschema en dit gecorrigeerd moet worden om up-to-date te blijven kan er een harmonisatie-afspraak komen. Deze afspraak betreft het resultaat van een overleg tussen de certificatie instellingen en de schemabeheerder en is daarna op te vatten als een harmonisatie-afspraak.
Documenten die betrekking hebben op de interpretatiebesluiten van het CCV-certificatieschema zijn terug te vinden op de website van het CCV.
Wilt u meer advies over deze casus?
Brafon Brandveiligheidsmanagement kan u adviseren en ondersteunen bij het juist interpreteren van het harmonisatiedocument en de interpretatiebesluiten. Dankzij onze kennis kunnen wij u altijd helpen aan een moderne oplossing waarbij de veiligheid van uw vastgoed gerealiseerd en geborgd wordt. Tijdens diverse installatietechnische opleidingen, zoals projecteringsdeskundige brandmeldinstallatie, wordt ook uitleg gegeven over de interpretatiebesluiten.